Gebakken coquilles in bruine boter

Dit recept kun je als topping voor crispy rice bites gebruiken.

1. Was de druiven en snijd ze in dunne plakjes. Verdeel de plakjes over een grote schaal of over kleine bordjes zodat je een mooie ‘carpaccio’ maakt. Besprenkel met citroensap en een snuf zeezout. Houd apart.
2. Dep de coquilles droog met keukenpapier. Bestrooi ze rondom met een beetje zout en peper. Verhit een ruime koekenpan op hoog vuur. Voeg de olijfolie toe en daarna de helft van de boter. Wacht tot de boter bruist en lichtbruin begint te kleuren.
3. Leg de helft van de coquilles in de pan en bak ze in 1,5-2 minuten per kant goudbruin, zodat ze een mooie korst krijgen maar van binnen nog zacht zijn. Schep ze uit de pan en houd warm. Herhaal met de rest van de coquilles.
4. Laat in dezelfde pan de resterende boter bruinen tot deze hazelnootkleurig is en nootachtig ruikt (pas op dat de boter niet verbrandt). Haal van het vuur.
5. Lepel een beetje bruine boter over de druivencarpaccio op de schaal en leg de warme coquilles bovenop de druiven.
6. Strooi de grof gehakte gerookte amandelen over de coquilles en druivencarpaccio, garneer met paarse cress. Voeg eventueel een heel klein beetje citroenrasp of een drupje olijfolie toe. Serveer met crispy rice bites.